Dementie heb je, je bent niet dement. Toch?

Regelmatig is er discussie over hoe je praat over iemand met dementie? Mag je zeggen dat iemand dement is? Of dat iemand dementeert? Iemand is immers niet zijn ziekte? Als iemand kanker heeft wordt er toch ook niet gezegd dat hij kanker ís? Het ligt dus meer voor de hand om te zeggen: ‘Mijn moeder heeft dementie’.

Toch word ik hierover af en toe weer aan het denken gezet. Ik heb mezelf aangeleerd – en meestal lukt dat ook – om te zeggen dat iemand dementie heeft. Want wanneer zeg je dat je iets bent? Dan zeg je vooral als iets deel uit maakt van je zijn, van hoe je echt bent, van je kern en waar je je enorm mee verbonden voelt. Ik ben sporter, ik ben een Amsterdamse, ik ben een Fries, ik ben docent, ik ben verzorgende. Hoe past ‘ik ben dement’ in dat rijtje? Niet, naar mijn gevoel.

Maar als je er wat langer bij stilstaat, dan is het ook vreemd dat er gezegd wordt: ‘Ik ben verkouden’, ‘ik ben grieperig’ of ‘ik ben niet lekker’. Dat heeft niets te maken met hoe je bent. Het is een kortdurend ongemak. En toch zeg je ‘Ik BEN’.

Of neem ‘Ik ben blind’. Nog nooit hoorde ik iemand protesteren tegen de uitspraak dat iemand blind IS. Dat is inderdaad een onherstelbare kwaal, maar ook met die kwaal, ben je niet je kwaal. Blijkbaar geven de woorden ‘ik ben’  aan dat je – al dan niet tijdelijk – bij een groep hoort die vergelijkbare kenmerken heeft.

Kortom: ik ben het er helemaal mee eens, dat een mens niet zijn kwaal is. En ik zal zeker doorgaan met zeggen dat iemand dementie heeft. Maar ik snap het ook als mensen over een naaste zeggen dat hij dement is. Want als je dementie hebt, dan hoor je bij de groep van mensen met dementie.


Over de auteur

Sorry

De versie van de browser die je gebruikt is verouderd en wordt niet ondersteund.
Upgrade je browser om de website optimaal te gebruiken.