Vergroot het leerrendement van opleidingstrajecten in de zorg

Heb je dat weleens meegemaakt, dat je na een training jezelf afvraagt wat heb ik hier nu van geleerd? Als je geluk hebt is de training leuk gebracht en heb je je in ieder geval vermaakt. Zelfs dat kan tegenvallen en dan zit je in zo’n training echt de tijd uit te zitten. Misschien wissel je een blik met je collega’s en weet je dat zij er net zo over denken. Wanneer je niks nieuws leert zul je al snel denken zonde van je tijd. Niemand zit op een training te wachten met informatie die je al lang weet. In dit blog schets ik waardoor een toenemende vraag naar scholing rondom het thema dementie is ontstaan. Ik eindig met vier tips hoe je het leerrendement van opleidingsplannen kunt verhogen.

Toenemende vraag bijscholing dementie

Door de recente ontwikkelingen in de ouderenzorg neemt de vraag naar bijscholing over dementie toe. Ik sprak laatst met een medewerker die werkt op de dagopvang voor mensen met dementie. Ze ziet dat de groep mensen die in aanmerking komt voor dagopvang is veranderd. De zorgvraag is veel complexer in vergelijking met een paar jaar geleden. Voorheen kregen mensen al een indicatie voor dagopvang ‘om onder de mensen te komen’. Dat is nu voorbij. Daarom wordt er bij haar in de organisatie ingezet op deskundigheidsbevordering van het personeel.

Ook intramuraal is de tendens dat de zorgzwaarte toe is genomen. Herken je dat in jouw werk, dat de zorgvraag zwaarder is geworden? Als dat zo is zul je alle zeilen bij moeten zetten om de complexe zorgvragen van cliënten met dementie te beantwoorden. Een goed opleidingstraject besteedt aandacht aan de problematiek waar jij in je werk tegenaan loopt. De volgende dag kun je hetgeen je geleerd hebt gelijk in de praktijk toepassen. Alleen dan ervaar je dat een training je geen tijd kost maar uiteindelijk tijd oplevert.

De toenemende behoefte aan scholing wordt de komende jaren financieel ondersteund vanuit het ministerie van VWS. Met het programma ‘Waardigheid en trots’ heeft het ministerie extra middelen beschikbaar gesteld voor scholing. Hierdoor kunnen verpleeghuizen de komende vier jaar investeren in o.a. deskundigheidsbevordering. Een zorginstelling krijgt deze middelen alleen als ze een opleidingsplan hebben gemaakt die is afgestemd op de scholingsbehoefte van de zorgprofessionals. Goed nieuws dus want hierdoor worden instellingen gestimuleerd al in een vroeg stadium te overleggen met zorgprofessionals over de opleidingsplannen. Hieronder volgt 4 tips waarmee je het leerrendement kunt vergroten van opleidingsplannen. Handig voor als je in jouw organisatie aan de slag gaat met de opleidingsplannen.

1. Scholingsbehoefte inventariseren
Voor elke organisatie en zelfs per zorgprofessional kan het verschillen waar de behoefte ligt aan bijscholing. Zo kan het zijn dat een collega nog niet zoveel ervaring heeft in de samenwerking met informele zorg. Terwijl jijzelf misschien nog niet zoveel kennis hebt over gedragsproblematiek bij mensen met dementie.
De Kennismonitor Dementie van Ideon geeft inzicht in welke onderwerpen je jezelf kunt ontwikkelen. Daarmee krijg je inzicht in jouw scholingsbehoefte. Dit is een belangrijke eerste stap om een gericht scholingsplan te ontwikkelen. De uitkomsten van de kennismonitor zijn te gebruiken als basis voor een gesprek met je leidinggevende om jouw scholingsbehoefte verder uit te diepen. De uitkomsten van de kennismonitor maken het tevens mogelijk inzicht te krijgen in de scholingsbehoeften op afdelings- en organisatieniveau.

2. Raadpleeg de OR en of Verpleegkundige Advies Raad
De opleidingsplannen worden als het goed is besproken met de OR en/of de Verpleegkundige Advies Raad (VAR). Het zorgkantoor, dat is de partij die de plannen goedkeurt, zal daar in ieder geval op toetsen. Door de uitkomsten op afdelings- en organisatieniveau te bespreken met de OR en of de VAR kunnen de scholingsbehoeften voor de hele organisatie vastgesteld worden. Dit is een handig moment om een richting te gaan bepalen voor de scholing.

3. Formuleer leerdoelen
Als je hebt vastgesteld wat de individuele en afdelingsspecifieke scholingsbehoefte is, dan is het belangrijk om vast te stellen welke eindresultaten je wilt bereiken met de scholing. Dat doe je met behulp van leerdoelen. Het helder formuleren van leerdoelen is belangrijk voor de verdere ontwikkeling van een training of bijscholing. Een valkuil waar ik zelf weleens in ben getrapt is het bedenken van werkvormen nog voordat de leerdoelen waren opgesteld. Ik had bepaalde werkvormen in gedachten die wel heel leuk zouden zijn maar inhoudelijk niet veel toevoegden aan het programma. Wanneer je de leerdoelen scherp hebt neergezet zal je dit niet zo snel meer overkomen.

4. Keuze voor leervormen
Afhankelijk van de scholingsbehoefte kan er ingezet worden op inhoudelijke bijscholing en/of het trainen van vaardigheden. Naast gerichte scholing is het verstandig informeel leren te stimuleren en faciliteren. Uit onderzoek blijkt namelijk dat medewerkers voor 70% leren door goede praktijkvoorbeelden te zien. Informeel leren kun je stimuleren door intervisie, coaching op de werkvloer en tijdens een teamoverleg afspraken te maken over werkwijzen. Maak deze keuzes zoveel mogelijk in overleg met je collega’s en de OR/VAR.

Tot slot
Het is een goed signaal dat het ministerie van VWS extra middelen heeft uitgetrokken voor deskundigheidsbevordering. Je kunt met deze tips ervoor zorgen dat deze middelen zinvol worden ingezet. Wat zou het mooi zijn dat je na jouw volgende training staat te popelen om aan de slag te gaan met wat je geleerd hebt!


Over de auteur

Sorry

De versie van de browser die je gebruikt is verouderd en wordt niet ondersteund.
Upgrade je browser om de website optimaal te gebruiken.